fbpx
0

Winkelwagen

Bitten worden al meer dan 3000 jaar gebruikt. Het was een vanzelfsprekendheid, maar in de laatste pakweg 20 jaar zijn mensen anders gaan denken over het houden en trainen van paarden. Er wordt veel meer nagedacht over het welzijn van het paard en sommige mensen besluiten daarom om bitloos te rijden.

Zwart-wit
Er ontstaan vaak enorme discussies, waarbij alles heel zwart-wit wordt gezien. Dat vind ik jammer. Laten we in de eerste plaats respect hebben voor elkaars opvattingen en ervanuit gaan dat iedereen het beste voorheeft met zijn paard.

Eén ideale optoming?
Verder ben ik van mening dat er niet één ideale manier is die voor elk paard geldt. Elk paard is anders en reageert anders op verschillende optomingen. Het kan een hele zoektocht zijn om de ideale optoming voor een paard te vinden. Bovendien is het niet alleen de optoming die maakt of we paardvriendelijk omgaan met ons paard. Er zijn nog zoveel andere aspecten die meetellen.

Maak je eigen afweging
Luister naar elkaar, zorg dat je juiste informatie hebt en maak voor jezelf de afweging wat bij jou en je paard past. Lisanne Thomas heeft er een heel boek over geschreven. Het onderstaande stukje komt uit haar boek en vind ik de moeite waard om met jullie te delen.

Stelling 1: Een bit is pijnlijk in de mond van een paard.

Dat is alleen het geval wanneer het bit niet goed past, verkeerd geplaatst is, onkundig gebruikt wordt door de ruiter, of in geval van wolfskiesjes. We hebben het hier natuurlijk wel over normale bitten, zonder scherp gefreesde randen etc.!

Stelling 2: Een bitloos hoofdstel bezorgt het paard ook last, omdat de neus bijna net zo gevoelig is als de mond.

Afhankelijk van de inwerking van de gebruikte optoming kun je een paard inderdaad heel wat last bezorgen door onkundig handgebruik, ook zonder bit. Maar een goed aangemeten hoofdstel met een zachte, brede neusriem, die de weerstand verdeelt over het hoofd, werkt bij lange na niet zo scherp in als het gemiddelde bit. Dit is eenvoudigweg af te lezen aan de reacties van het paard zelf.

Stelling 3: Zonder bit heb je minder controle en je kunt dus pas bitloos rijden met een goed afgericht paard, zeker buiten.

Naar mijn inzicht kun je alleen maar veilig rijden met een goed afgericht paard, met name buiten. Wie het bit moet gebruiken als controlemiddel heeft nog geen goede werkrelatie opgebouwd met zijn paard of heeft nog onvoldoende technische vaardigheid.

Als de verhoudingen tussen ruiter en paard van tevoren goed bevestigd zijn en er bij het africhtingsproces geen stappen zijn overgeslagen, hoef je het bit nooit in te zetten als controlemiddel, omdat het paard er gewoonweg niet met je vandoor gaat. Doet hij dit wel, neem dan je training nog eens even goed onder de loep, totdat je het tempo van je paard kunt reguleren, zonder gebruik te moeten maken van een grove pijnprikkel.

Stelling 4: De inwerking van een bitloos hoofdstel veroorzaakt onduidelijke signalen.

Waar hebben we het eigenlijk over als we spreken over inwerking? Als ik de websites over bitten versus bitloos lees, vallen mij twee dingen op: de informatie is vaak misleidend of gewoonweg onjuist. ‘Feiten’ worden naar hartenlust verbogen of verzonnen om de theorie van de schrijver te staven en ten tweede kom ik veel onzin over of gebrek aan rijkunstig inzicht tegen.

Steeds weer zie ik, zowel bij uitleg over bitten als over bitloze optomingen, de inwerking beschreven staan aan de hand van hoe hard de ruiter aan de teugels trekt. Wie heeft ooit gezegd dat er aan de teugels getrokken moet worden?

Als dit ons algemene beeld is van paardrijden, dan moeten we ons misschien een onder onze cap krabben. Overal wordt breed uitgemeten hoe gevoelig het paard is. Waarom hebben we het dan tegelijkertijd over ‘aan de teugels trekken, met de teugels remmen en met de teugels sturen’? Misschien is het niet overbodig een blik te werpen op onze vaardigheden in het zadel en, niet minder belangrijk, ernaast.

Misschien moeten we ons minder zorgen maken over de optoming die we al dan niet gebruiken en ons meer richten op de verhouding tussen ons en het paard en de manier waarop wij ons paard berijden.

Zoals eerder gezegd is een hulpmiddel nooit een vervanging voor rijtechniek. Zo kun je dus ook met geen enkel scherper of zachter inwerkend bit of bitloos hoofdstel een gebrek aan vaardigheid compenseren.

Zou het niet fijn zijn om, op dit punt aangekomen, te kunnen concluderen dat we de oplossing voor het hele probleem gevonden hebben: we moeten gewoon allemaal een goede zit ontwikkelen, drie kwart van de acties met de hand vervangen door de juiste hulpen met benen en zit en het paard daarop fijn leren reageren. En alle problemen zijn opgelost!

Dat is natuurlijk wel heel simpel gezegd, maar waar het op neerkomt is dat niet zozeer je hoofdstel je controle over het paard geeft of hem goed kan laten lopen. Je verhouding met het paard en je vaardigheid als ruiter hebben veel meer effect op de gehoorzaamheid, welwillendheid en lichaamsgebruik van het paard.

De optoming kan de afspraken tussen paard en ruiter wel positief of negatief beïnvloeden, maar nooit vervangen. Het welbevinden van je paard is dus niet zozeer afhankelijk van de optoming die je kiest (mits deze je paard goed past), maar van de wijze waarop de ruiter ermee om kan gaan.

Lisanne Thomas bespreekt in haar boek ‘Feiten en fabels over bitloos rijden’ de mogelijkheden van het rijden zonder bit en geeft je informatie over de werking van diverse bitloze hoofdstellen en de techniek van het rijden zonder bit. Met alle informatie uit dit boek kan je zelf een weloverwogen keuze maken. 

Klik hier voor een uitgebreide bespreking van het boek.